(Tekst geldend op: 12-04-2011)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.
enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de naleving van de regels
inzake een vergoeding voor het verveelvoudigen van beeld- en geluidsopnamen voor eigen
oefening, studie of gebruik te verbeteren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
[Wijzigt de Auteurswet 1912.]
[Wijzigt de Wet op de naburige rechten.]
De artikelen I en II zijn niet van toepassing op voorwerpen waarvan de verkoper aantoont dat hij de voorwerpen ten tijde van inwerkingtreding van deze wet reeds in zijn bezit had.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 13 mei 2004 Beatrix De Minister van Justitie ,
J. P. H. Donner
Uitgegeven de vijfentwintigste mei 2004 De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner