关于知识产权 知识产权培训 树立尊重知识产权的风尚 知识产权外联 部门知识产权 知识产权和热点议题 特定领域知识产权 专利和技术信息 商标信息 工业品外观设计信息 地理标志信息 植物品种信息(UPOV) 知识产权法律、条约和判决 知识产权资源 知识产权报告 专利保护 商标保护 工业品外观设计保护 地理标志保护 植物品种保护(UPOV) 知识产权争议解决 知识产权局业务解决方案 知识产权服务缴费 谈判与决策 发展合作 创新支持 公私伙伴关系 人工智能工具和服务 组织简介 与产权组织合作 问责制 专利 商标 工业品外观设计 地理标志 版权 商业秘密 WIPO学院 讲习班和研讨会 知识产权执法 WIPO ALERT 宣传 世界知识产权日 WIPO杂志 案例研究和成功故事 知识产权新闻 产权组织奖 企业 高校 土著人民 司法机构 遗传资源、传统知识和传统文化表现形式 经济学 性别平等 全球卫生 气候变化 竞争政策 可持续发展目标 前沿技术 移动应用 体育 旅游 PATENTSCOPE 专利分析 国际专利分类 ARDI - 研究促进创新 ASPI - 专业化专利信息 全球品牌数据库 马德里监视器 Article 6ter Express数据库 尼斯分类 维也纳分类 全球外观设计数据库 国际外观设计公报 Hague Express数据库 洛迦诺分类 Lisbon Express数据库 全球品牌数据库地理标志信息 PLUTO植物品种数据库 GENIE数据库 产权组织管理的条约 WIPO Lex - 知识产权法律、条约和判决 产权组织标准 知识产权统计 WIPO Pearl(术语) 产权组织出版物 国家知识产权概况 产权组织知识中心 产权组织技术趋势 全球创新指数 世界知识产权报告 PCT - 国际专利体系 ePCT 布达佩斯 - 国际微生物保藏体系 马德里 - 国际商标体系 eMadrid 第六条之三(徽章、旗帜、国徽) 海牙 - 国际外观设计体系 eHague 里斯本 - 国际地理标志体系 eLisbon UPOV PRISMA UPOV e-PVP Administration UPOV e-PVP DUS Exchange 调解 仲裁 专家裁决 域名争议 检索和审查集中式接入(CASE) 数字查询服务(DAS) WIPO Pay 产权组织往来账户 产权组织各大会 常设委员会 会议日历 WIPO Webcast 产权组织正式文件 发展议程 技术援助 知识产权培训机构 COVID-19支持 国家知识产权战略 政策和立法咨询 合作枢纽 技术与创新支持中心(TISC) 技术转移 发明人援助计划(IAP) WIPO GREEN 产权组织的PAT-INFORMED 无障碍图书联合会 产权组织服务创作者 WIPO Translate 语音转文字 分类助手 成员国 观察员 总干事 部门活动 驻外办事处 职位空缺 采购 成果和预算 财务报告 监督
Arabic English Spanish French Russian Chinese
法律 条约 判决书 按司法管辖区搜索

比利时

BE114

返回

28 maart 1996 - Koninklijk besluit betreffende het recht op vergoeding voor het kopiëren voor prive van schrijvers, kunstenaars, uitvoerende kunstenaars en producenten van fonogrammen en audiovisuele werken (Bijgewerkt op 23 december 2009)

 28 MAART 1996. - Koninklijk besluit betreffende het recht op vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik voor de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de producenten van fonogrammen en van audiovisuele werken.

28 MAART 1996. - Koninklijk besluit betreffende het recht op vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik voor de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de producenten van fonogrammen en van audiovisuele werken. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-04-1996 en tekstbijwerking tot 23-12-2009)

HOOFDSTUK I. - Definities.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° wet : de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige

rechten; 2° vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik : recht op de vergoeding

bedoeld in artikel 55, eerste lid, van de wet; 3° bijdrageplichtigen : de fabrikanten, de invoerders en de intracommunautaire

aankopers bedoeld in artikel 55, tweede lid, van de wet; 4° dragers : de dragers bedoeld in artikel 55, tweede lid, van de wet; 5° apparaten : de apparaten bedoeld in artikel 55, tweede lid, van de wet; 6° [1 ...]1 7° invoer : het binnenkomen op het nationale grondgebied van één of meer dragers

of apparaten afkomstig uit een land dat geen lid is van de Europese Unie; 8° intracommunautaire aankoop : het binnenkomen op het nationale grondgebied

van één of meer dragers of apparaten afkomstig uit een andere Lid-Staat van de Europese Unie; 9° uitvoer : het buiten het nationale grondgebied brengen van één of meer dragers

of apparaten naar een land dat geen lid is van de Europese Unie; 10° intracommunautaire levering vanaf het nationale grondgebied : het buiten het

nationale grondgebied brengen van één of meer dragers of apparaten naar een andere Lid-Staat van de Europese Unie; 11° exclusieve invoerders en exclusieve intracommunautaire aankopers : de

invoerders en de intracommunautaire aankopers die op het nationale grondgebied een exclusief recht hebben voor de verspreiding van dragers en apparaten; 12° als groothandelaar aangemerkte invoerders en intracommunautaire aankopers

: de invoerders en de intracommunautaire aankopers van wie de hoofdactiviteit erin bestaat dragers en apparaten ter beschikking te stellen van andere verdelers; 13° andere invoerders en intracommunautaire aankopers : de invoerders en de

intracommunautaire aankopers die noch exclusief, noch groothandelaar zijn; 14° beheersvennootschap : de vennootschap die krachtens artikel 55, vijfde lid, van

de wet belast is met de inning en de verdeling van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik; 15° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid het auteursrecht behoort. ---------- (1)<KB 2009-12-17/02, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-02-2010>

HOOFDSTUK II. - Bedragen van de vergoeding.

Art. 2.[1 § 1. De vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik die van toepassing is op apparaten waarmee geluidswerken en audiovisuele werken kunnen gereproduceerd worden, wordt bepaald per eenheid als volgt :

1° voor de volgende apparaten, zonder geïntegreerde drager, die niet integreerbaar zijn in een computer en autonoom functioneren : een Hi-Fi-keten met radio-cassette-CD, een gecombineerde DVD-lezer en videorecorder, een gecombineerde DVD-brander en videorecorder; een draagbare radio-cassette recorder, een gecombineerde draagbare radio-cassette-CD, een televisie en gecombineerde DVD-brander, een DVD-recorder, een cassettedeck, een videorecorder, een CD-brander, een MiniDisc-brander, een brander van CD Audio naar MiniDisc, wordt de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld op 2,00 euro;

2° voor de volgende geïntegreerde apparaten met geïntegreerde drager : een televisie, een Hi-Fi-keten, een gecombineerde DVD-brander en een videorecorder, een multifunctionele keten DVD Home cinema, een Set top Box, een multimediacenter, wordt de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld op :

a) 3,30 euro wanneer de opslagcapaciteit minder of gelijk is aan 256 GB; b) 10,75 euro wanneer de opslagcapaciteit hoger is dan 256 GB en minder of gelijk

is aan 1 TB; c) 13,00 euro wanneer de opslagcapaciteit hoger is dan 1 TB; 3° voor de volgende niet geïntegreerde apparaten met geïntegreerde drager : een

DVD-recorder, een DVD-lezer, een CD-brander, een videorecorder, een keten DVD home cinema, wordt de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld op :

a) 3,30 euro wanneer de opslagcapaciteit minder of gelijk is aan 256 GB; b) 10,75 euro wanneer de opslagcapaciteit hoger is dan 256 GB en minder of gelijk

is aan 1 TB; c) 13,00 euro wanneer de opslagcapaciteit hoger is dan 1 TB; 4° voor de volgende apparaten met geïntegreerde drager : een MP3-speler, een

MP4-speler, een draagbare telefoon met een MP3 en/of MP4 functie, wordt de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld op :

a) 1,00 euro wanneer de opslagcapaciteit minder of gelijk is aan 2 GB; b) 2,50 euro wanneer de opslagcapaciteit hoger is dan 2 GB en minder of gelijk is

aan 16 GB; c) 3,00 euro wanneer de opslagcapaciteit hoger is dan 16 GB. § 2. De vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik die van toepassing is op

de computer die kan worden aangewend voor de reproductie van geluidswerken en audiovisuele werken wordt vastgesteld op 0 euro.

§ 3. De vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik, die van toepassing is op dragers waarmee de geluidswerken en/of audiovisuele werken kunnen gereproduceerd worden, wordt bepaald per eenheid als volgt :

1° voor de volgende digitale dragers : een CD-R/RW Data, een CD-R/RW Audio, een MiniCD-R/RW, een MiniDVD-R/RW, een MiniDisc, een audiocasette DAT, wordt de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld op 0,12 euro;

2° voor de volgende digitale drager : een DVD+/-R/RW, wordt de vergoeding voor

het kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld op 0,40 euro; 3° voor de volgende digitale dragers : een USB sleutel, een geheugenkaart, wordt

de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld op : a) 0,15 euro wanneer de opslagcapaciteit minder of gelijk is aan 2 GB; b) 0,50 euro wanneer de opslagcapaciteit hoger is dan 2 GB en minder of gelijk is

aan 16 GB; c) 1,35 euro wanneer de opslagcapaciteit hoger is dan 16 GB; 4° voor de volgende digitale drager : een externe harde schijf, wordt de vergoeding

voor het kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld op : a) 1,30 euro wanneer de opslagcapaciteit minder of gelijk is aan 256 GB; b) 6,75 euro wanneer de opslagcapaciteit hoger is dan 256 GB en minder of gelijk

is aan 1 TB; c) 9,00 euro wanneer de opslagcapaciteit hoger is dan 1 TB; 5° voor de volgende analoge dragers : een audiocassette, een audiotape, een

videocassette 8mm, wordt de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld op 0,12 euro;

6° voor de volgende analoge drager : een videocassette, wordt de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld op 0,40 euro.]1 ---------- (1)<KB 2009-12-17/02, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-02-2010>

HOOFDSTUK III. - Tijdstip waarop de vergoeding voor het kopiëren is verschuldigd.

Art. 3. § 1. De vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik is verschuldigd op het moment van het in de handel brengen van het apparaat of de drager op het nationale grondgebied. § 2. Voor fabrikanten, alsook voor exclusieve en voor als groothandelaar

aangemerkte invoerders en intracommunautaire aankopers bestaat het in de handel brengen op het nationale grondgebied in de terbeschikkingstelling door hen in België van één of meer apparaten of dragers, voor zover zulks geen uitvoer of intracommunautaire levering vanaf het nationale grondgebied inhoudt. § 3. Voor de andere invoerders en intracommunautaire aankopers bestaat het in de

handel brengen op het nationale grondgebied respectievelijk in de invoer en de intracommunautaire aankoop van één of meer dragers of apparaten. [1 ...]1 ---------- (1)<KB 2009-12-17/02, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-02-2010>

Art. 4. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid kunnen ondernemingen, die in het kader van hun handelsbedrijvigheid niet-gebruikte dragers of apparaten uitvoeren of vanaf het nationale grondgebied intracommunautair leveren, waarvoor zij de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik hebben betaald, de teruggave van die vergoeding door de beheersvennootschap verkrijgen op voorwaarde dat zij de volgende stukken voorleggen : 1° een kopie van de door de fabrikant, door de exclusieve of als groothandelaar

beschouwde invoerder of intracommunautaire aankoper uitgereikte factuur betreffende de apparaten of dragers waarvoor de teruggave wordt gevraagd of indien de bijdrageplichtige een andere invoerder of intracommunautaire aankoper is, enig stuk op grond waarvan kan worden vastgesteld dat het bedrag van de vergoeding verschuldigd voor die apparaten of dragers aan de beheersvennootschap is betaald; 2° en alle gegevens op grond waarvan kan worden vastgesteld dat die apparaten of

dragers werkelijk zijn uitgevoerd of vanaf het nationale grondgebied intracommunautair geleverd. De andere invoerders of intracommunautaire aankopers die in het kader van hun

handelsbedrijvigheid niet-gebruikte dragers of apparaten uitvoeren of vanaf het nationale grondgebied intracommunautair leveren waarvoor zij de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik hebben betaald, kunnen de teruggave van die vergoeding door de beheersvennootschap verkrijgen op voorwaarde dat zij de volgende stukken voorleggen : 1° een kopie van de door laatstgenoemde vennootschap uitgereikte factuur

betreffende de apparaten of dragers waarvoor de teruggave wordt gevraagd; 2° en alle gegevens op grond waarvan kan worden vastgesteld dat die apparaten of

dragers werkelijk zijn uitgevoerd of vanaf het nationale grondgebied intracommunautair geleverd.

HOOFDSTUK IV. - Nadere regels voor de inning.

Art. 5. § 1. De bijdrageplichtigen verstrekken maandelijks een aangifte aan de beheersvennootschap vóór de twintigste dag volgend op de maand waarop de aangifte betrekking heeft. § 2. De aangifte bedoeld in § 1 vermeldt : 1° het aantal, alsook de eigenschappen en de [1 opslagcapaciteit wanneer dit laatste

een parameter is voor de vaststelling van het bedrag van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik,]1 van de dragers die tijdens de periode waarop de aangifte betrekking heeft, op het nationale grondgebied in de handel worden gebracht; 2° het aantal, alsook de eigenschappen [1 en de opslagcapaciteit wanneer dit laatste

een parameter is voor de vaststelling van het bedrag van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik,]1 van de apparaten die tijdens de periode waarop de aangifte betrekking heeft, op het nationale grondgebied in de handel worden gebracht. De Minister kan met het oog op de vaststelling van het bedrag van de vergoeding

vragen dat aanvullende gegevens worden verstrekt en kan voor de aangifte het gebruik van een standaardformulier verplicht stellen. § 3. De fabrikanten, alsook de invoerders en de intracommunautaire aankopers,

ongeacht of zij exclusieve handelaars dan wel groothandelaars zijn, betalen de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik binnen de zestig dagen te rekenen van de betekening van het bedrag van de vergoeding door de beheersvennootschap. § 4. De andere invoerders en intracommunautaire aankopers betalen de

vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik vanaf de betekening van het

bedrag van de vergoeding door de beheersvennootschap. ---------- (1)<KB 2009-12-17/02, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-02-2010>

HOOFDSTUK V. - Nadere regels voor de controle.

Art. 6. De facturen die door fabrikanten of door exclusieve of als groothandelaar beschouwde invoerders en intracommunautaire aankopers worden uitgereikt in verband met apparaten of dragers welke op het nationale grondgebied in de handel worden gebracht, moeten duidelijk het bedrag vermelden dat voornoemde personen verschuldigd zijn als vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik. [1 De facturen uitgereikt door de bijdrageplichtigen, alsook door de verdelers van

dragers en apparaten, ongeacht of zij groothandelaar of kleinhandelaar zijn, moeten het mogelijk maken om de opslagcapaciteit vast te stellen van de verschillende types dragers en apparaten waarop die facturen betrekking hebben voor zover dat deze opslagcapaciteit een parameter is voor de vaststelling van het bedrag van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik.]1 De verdelers van dragers en apparaten, ongeacht of zij groothandelaar of

kleinhandelaar zijn, mogen van de personen omschreven in de vorige leden geen facturen aanvaarden welke de overeenkomstig die leden bedoelde vermeldingen en gegevens niet bevatten. ---------- (1)<KB 2009-12-17/02, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-02-2010>

Art. 7. De bijdrageplichtigen, alsook de verdelers van dragers of apparaten, ongeacht of zij groothandelaar of kleinhandelaar zijn, moeten op haar verzoek aan de beheersvennootschap de gegevens mededelen die nodig zijn voor het toezicht op de inning van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik. De beheersvennootschap moet in het verzoek om gegevens opgave doen van : 1° de rechtsgronden van het verzoek; 2° de gevraagde gegevens; 3° de redenen en het doel van het verzoek; 4° de termijn binnen welke de gegevens moeten worden verstrekt, die niet minder

dan vijftien werkdagen mag bedragen te rekenen van de ontvangst van het verzoek; 5° de sancties bepaald op grond van artikel 80, vijfde lid, van de wet ingeval de

opgelegde termijn niet wordt nageleefd of onvolledige of onjuiste gegevens worden verstrekt; 6° de rechtsmiddelen die voor de hoven en rechtbanken tegen het verzoek om

gegevens kunnen worden aangewend. De gegevens verkregen als antwoord op een verzoek mogen niet voor andere

doeleinden of om andere redenen worden aangewend dan die omschreven in het verzoek. De ondervraagde bijdrageplichtigen of verdelers, ongeacht of zij groothandelaar of

kleinhandelaar zijn, kunnen op grond van het verzoek om gegevens niet worden verplicht te bekennen dat zij de bepalingen inzake het recht op vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik hebben overtreden of daarbij betrokken zijn geweest.

Het verzoek om gegevens wordt aan de bijdrageplichtigen en aan de verdelers, ongeacht of zij groothandelaar of kleinhandelaar zijn, toegezonden bij ter post aangetekende brief met ontvangbewijs. Tegelijkertijd wordt een kopie ervan bij ter post aangetekende brief met ontvangbewijs toegezonden aan de Minister.

HOOFDSTUK VI. - Nadere regels voor de terugbetaling.

Art. 8. Met het oog op de terugbetaling van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik, moeten de personen bedoeld in artikel 57 van de wet aan de beheersvennootschap een afschrift doen toekomen van de facturen betreffende de dragers en de apparaten die worden gebruikt onder de voorwaarden bepaald in hetzelfde artikel van de wet. [1 ...]1 De verzoeken om terugbetaling zijn slechts ontvankelijk indien zij betrekking

hebben op een bedrag van ten minste (25 EUR), eventueel door samenvoeging van verschillende facturen. <KB 2000-07-20/56, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 01-01- 2002> Verzoeken om terugbetaling betreffende bedragen van minder dan (25 EUR),

eventueel door samenvoeging van verschillende facturen, ingediend na een termijn van een jaar te rekenen van de uitreiking van een factuur die betrekking heeft op één of meer apparaten of dragers waarvoor een persoon bedoeld in artikel 57 van de wet recht heeft op terugbetaling, zijn ontvankelijk. <KB 2000-07-20/56, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002> De vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik wordt terugbetaald aan de

personen bedoeld in artikel 57, 4° van de wet, op voorwaarde dat een erkende, ten behoeve van die personen opgerichte instelling voor hun rekening om terugbetaling verzoekt. De beheersvennootschap betaalt de vergoeding voor het kopiëren voor eigen

gebruik zonder inhouding van de beheerskosten terug. ---------- (1)<KB 2009-12-17/02, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-02-2010>

HOOFDSTUK VII. - Nadere regels voor de verdeling.

Art. 9. § 1. De verdelingsregels inzake de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik die de beheersvennootschap vaststelt alsook elke wijziging ervan, moeten door de Minister worden goedgekeurd. De in het vorige lid bedoelde verdelingsregels en wijzigingen ervan worden

goedgekeurd indien zij in overeenstemming zijn met de wet. De Minister kan de vergunning intrekken wanneer niet meer is voldaan aan de

voorwaarden gesteld voor de toekenning ervan. § 2. De aanvragen tot vergunning worden aan de Minister gericht bij een ter post

aangetekende brief met ontvangbewijs. Bij de aanvraag moeten volgende stukken worden gevoegd : 1° een afschrift van de verdelingsregels waarvoor de vergunning wordt

aangevraagd;

2° een verklaring waarin de naam en de woonplaats van de natuurlijke personen, alsook de naam, de zetel en het doel van de rechtspersonen zijn vermeld, die het beheer van hun rechten inzake de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik rechtstreeks aan de beheersvennootschap hebben toevertrouwd; 3° een afschrift van de contracten gesloten met in het buitenland gevestigde

beheersvennootschappen, op grond waarvan de beheersvennootschap voor rekening van die buitenlandse vennootschappen de vergoedingen voor het kopiëren voor eigen gebruik in België int. De beheersvennootschap moet alle aanvullende inlichtingen verstrekken die nodig

zijn voor de beoordeling van haar aanvraag. § 3. Wanneer de Minister over de inlichtingen beschikt die bij de aanvraag tot

vergunning moeten worden gevoegd, brengt hij de beheersvennootschap hiervan op de hoogte bij een ter post aangetekende brief met ontvangbewijs.

De beslissing tot toekenning of tot weigering van de vergunning wordt ter kennis gebracht binnen drie maanden te rekenen vanaf de aangetekende brief bedoeld in het vorige lid.

De vergunning wordt geacht te zijn verleend indien geen enkele beslissing is genomen nadat de in het vorige lid bepaalde termijn is verstreken. § 4. Wanneer de Minister voornemens is de vergunning te weigeren of in te

trekken, geeft hij hiervan bij ter post aangetekende brief met ontvangbewijs kennis aan de betrokken beheersvennootschap. In deze kennisgeving worden de redenen voor de weigering of de intrekking van de vergunning vermeld. Te rekenen vanaf de kennisgeving bedoeld in het vorige lid, beschikt de

beheersvennootschap over een termijn van een maand om door middel van een ter post aangetekende brief met ontvangbewijs bij de Minister beroep aan te tekenen tegen de beslissing en om op haar verzoek door de Minister of door de persoon die deze laatste daartoe aanwijst, te worden gehoord.

Wanneer de kennisgeving betrekking heeft op de weigering van een vergunning wordt de termijn bepaald in artikel 2, § 3, tweede lid, gedurende een maand opgeschort. § 5. De toekenning, de weigering en de intrekking van de vergunning worden aan

de betrokken beheersvennootschap ter kennis gebracht bij ter post aangetekende brief met ontvangbewijs.

Art. 10. De beheersvennootschap overhandigt ieder jaar op 30 juni en op 31 december aan de Minister een verslag betreffende de inning en de verdeling van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik.

HOOFDSTUK VIII. - Raadpleging van de betrokken milieus.

Art. 11. § 1. Bij het Ministerie van Justitie wordt een adviescommissie van de betrokken milieus ingesteld.

§ 2. De Commissie wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Minister en bestaat daarnaast uit personen aangewezen door de beheersvennootschap, door organisaties die de bijdrageplichtigen vertegenwoordigen, door organisaties die de verdelers van dragers of apparaten, zowel groothandelaars als kleinhandelaars,

vertegenwoordigen, alsmede door organisaties die de verbruikers vertegenwoordigen. De organisaties die de leden van de Commissie moeten aanwijzen, alsook het aantal

personen dat de beheersvennootschap en iedere organisatie kan aanwijzen, worden door de Minister vastgesteld. § 3. Op verzoek van de Minister of op eigen initiatief indien de personen

aangewezen door de beheersvennootschap of ten minste een vierde van de leden van de Commissie daarom verzoeken, brengt de Commissie advies uit omtrent het statuut van bepaalde dragers of apparaten ten opzichte van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik, de bedragen van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik of van de wijze waarop die vergoeding wordt geïnd of terugbetaald en toezicht ter zake wordt uitgeoefend. De Commissie neemt haar adviezen consensueel aan. Bij gebreke van consensus

worden de verschillende standpunten in het advies vermeld. § 4. De Voorzitter van de Commissie roept de Commissie samen en stelt de agenda

vast. Naar gelang van de agendapunten en rekening houdend met de belangen van de

verschillende vertegenwoordigde organisaties, zetelt de Commissie in plenaire vergadering of in beperkte vergadering. De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement vast onder goedkeuring van de

Minister.

HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen.

Art. 12. Het koninklijk besluit van 23 juni 1995 betreffende het recht op vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik voor de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de producenten van fonogrammen en van audiovisuele werken wordt opgeheven.

Art. 13. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 14. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 28 maart 1996. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK