Gearchiveerde versie nr 3
Titel 10 JANUARI 1990. -Wet betreffende de recbtsbescberming van topografieën van balfgeleiderprodukten.
Dossiernummer: 1990-01-10/34
Nota Gewijzigd bij WET van 19-04-2014
Art. 1-19 Van kracbt tot 01-01-2015
gepubl. op 12-06-2014
Inhoudstafel Il1 HOOFDSTUK I. - Het exclusief recbt op een topografie van een balfgeleiderprodukt. Afdeling.L - Het voorwerp en de bouder van bet exclusief recbt. Art. 1-5 Afdeling.b - Voorwaarden op bet stuk van nationaliteit, verblijf of vestiging. Art. 6-8 Afdelingd!. - De duur en bet verstrijken van bet exclusief recbt. Art. 9 HOOFDSTUK II. - De beperkingen van bet exclusief recbt op een topografie van een balfgeleiderprodukt. Art. 10-12 HOOFDSTUK III. - De vorderingen betreffende de recbten op een topografie van een balfgeleiderprodukt. Art. 13-16 HOOFDSTUK IV. - Wijzigingsbepalingen. Art. 17 HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen. Art. 18-19
Tekst Il Begin 1
Tekst Il Inboudstafel Il Begin
HOOFDSTUK I. - Het exclusief recbt op een topografie van een balfgeleiderprodukt. Afdeling.L - Het voorwerp en de bouder van het exclusief recht. Artikel 1. De maker van een topografie van een halfgeleiderprodukt heeft het exclusief en tijdelijk recht
deze te reproduceren en ze commercieel te exploiteren. Voor de toepassing van deze wet moeten de termen topografie, halfgeleiderprodukt en commerciële
exploitatie verstaan worden in de zin bedoeld door de ricbtlijn 87/54 van 16 december 1986 van de Raad van de Europese Gemeenscbappen betreffende de rechtsbescherming van topografieën van halfgeleiderprodukten of in de zin van elke wijziging besloten door de Raad van de Europese Gemeenschappen met toepassing van artikel 1, § 2, van die richtlijn.
Art. ,2.. De topografie van een halfgeleiderprodukt wordt slechts beschermd voor zover zij voldoet aan de voorwaarden dat zij het voortbrengsel is van de eigen intellectuele inspanning van de maker en in de halfgeleiderindustrie niet algemeen bekend is. Indien de topografie van een halfgeleiderprodukt bestaat uit in de halfgeleiderindustrie algemeen bekende bestanddelen, wordt zij slechts beschermd voor zover de combinatie van dergelijke bestanddelen, ais één geheel bezien, aan de twee bovengenoemde
voorwaarden voldoet. Art. J_. De door deze wet georganiseerde bescherming betreft alleen de topografie zelf en strekt zich niet
uit tot enige in de topografie belichaamde concepten, processen, systemen, technieken of gecodeerde informatie. Art. �- § 1. Indien een topografie van een halfgeleiderprodukt door een werknemer in de uitoefening
van zijn functie is gemaakt, wordt, behoudens andersluidend beding, de werkgever ais de maker beschouwd.
§ 2. Indien een topografie van een halfgeleiderprodukt op bestelling is gemaakt, wordt, behoudens andersluidend beding, degene die de bestelling heeft gedaan, ais de maker beschouwd. Art. S. Het recht op bescherming, georganiseerd door deze wet, gaat over op de rechtsopvolgers van de
persoon die krachtens deze wet van dat recht bouder is. Afdelingk - Voorwaarden op het stuk van nationaliteit, verblijf of vestiging. Art. n. Het recht op bescherming ingesteld door artikel 1 komt toe aan de natuurlijke personen die
onderdaan van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen zijn of hun gewone verblijfplaats op het grondgebied van een Lid-Staat hebben. Het recht op bescherming toegekend krachtens artikel 4 komt toe aan de natuurlijke personen ais
bedoeld in het eerste lid en aan de vennootschappen of andere rechtspersonen met een daadwerkelijke industriële of commerciële vestiging op het grondgebied van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen. Art. 1. Voor het recht op bescherming georganiseerd door deze wet komen eveneens in aanmerking
personen ais bedoeld in de artikelen 1 en 4 die onderdaan zijn van dan wel hun gewone verblijfplaats of daadwerkelijke industriële of commerciële vestiging hebben in andere dan de in artikel 6, tweede lid, bedoelde landen, indien zulks in een internationale overeenkomst is vastgesteld of door de Raad van Europese Gemeenschappen is besloten. Art. ,H. Wanneer er geen recht op bescherming bestaat krachtens deze afdeling, geldt het recht op
bescherming ook voor de in artikel 6, tweede lid, bedoelde personen die : a) in een Lid-Staat voor het eerst een topografie commercieel exploiteren die nog niet eiders in de
wereld commercieel is geëxploiteerd, en b) van degene die daarover kan beschikken, bij uitsluiting toestemming hebben verkregen de
topografie commercieel in de Gemeenschap te exploiteren. Afdelingà - De duur en het verstrijken van het exclusief recht. Art. 2_. § 1. Het in artikel 1 bedoeld exclusief recht ontstaat wanneer de topografie voor het eerst op
enigerlei wijze wordt vastgelegd. § 2. Het exclusief recht vervalt tien jaar na het verstrijken van het kalenderjaar waarin de topografie
voor het eerst ergens ter wereld commercieel geëxploiteerd is. § 3. Indien een topografie in een periode van vijftien jaar na de eerste vastlegging nergens ter wereld
commercieel is geëxploiteerd, vervalt het krachtens § 1 van dit artikel ontstaan exclusief recht. HOOFDSTUK II. - De beperkingen van het exclusief recht op een topografie van een
halfgeleiderprodukt. Art. 10. De bouder van het recht op bescherming van een topografie van een halfgeleiderprodukt kan
het hem door deze wet verleend exclusief recht van reproductie en commerciële exploitatie niet doen gelden ten aanzien van : a) de reproductie die uitsluitend geschiedt voor de analyse, de evaluatie of het onderwijzen van de
topografie of van de concepten, processen, systemen of technieken die in de topografie belichaamd zijn; b) de topografie die het resultaat is van overeenkomstig het bepaalde in a verrichte analyses en
evaluaties van een andere topografie, althans in zover de nieuwe topografie het voortbrengsel is van de intellectuele inspanning van de maker en in de halfgeleiderindustrie niet algemeen bekend is. Art. 11. § 1. Indien een persoon bij het verwerven van een halfgeleiderprodukt niet weet of niet
redelijkerwijs kan vermoeden dat de topografie van dit produkt beschermd is door het in artikel 1 bedoeld exclusief recht, kan hem niet worden verboden dat produkt commercieel te exploiteren.
§ 2. De bouder van het exclusief recht kan evenwel van de in § 1 bedoelde persoon een bedrag eisen gelijkwaardig aan het bedrag dat hem normaal zou toekomen uit hoofde van de commerciële exploitatie van de topografie voor de handelingen begaan nadat deze persoon weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat de topografie van het halfgeleiderprodukt door een exclusief recht beschermd is.
Art. 12. Het in artikel 1 bedoelde exclusief recht geldt niet voor de commerciële exploitatie van een topografie of halfgeleiderprodukt nadat deze door de bouder van het exclusief recht of met zijn uitdrukkelijke toestemming in een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen in het verkeer is gebracht. HOOFDSTUK III. - De vorderingen betreffende de rechten op een topografie van een
halfgeleiderprodukt. Art. 13. <W 2007-05-09/30, art. 7, 003; ED : 10-05-2007> § 1. Onverminderd § 3 heeft de benadeelde
recht op de vergoeding van elke schade die hij door een inbreuk op het in artikel 1 bedoelde exclusief recht lijdt.
§ 2. Wanneer de omvang van de schade op geen andere wijze kan bepaald worden, kan de rechter de schadevergoeding in redelijkheid en billijkheid vaststellen op een forfaitair bedrag. De rechter kan bij wijze van schadevergoeding de afgifte bevelen aan de eiser van de inbreukmakende
goederen, alsmede, in passende gevallen, van de materialen en werktuigen die voornamelijk bij de schepping of vervaardiging van die goederen zijn gebruikt, en die nog in het bezit van de verweerder zijn. Indien de waarde van die goederen, materialen en werktuigen de omvang van de werkelijke schade overschrijdt, bepaalt de rechter de door de eiser te betalen opleg. In geval van kwade trouw kan de rechter bij wijze van schadevergoeding de afdracht bevelen van het
geheel of een deel van de ten gevolge van de inbreuk genoten winst alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording dienaangaande. Bij het bepalen van de af te dragen winst worden enkel de kosten in mindering gebracht die rechtstreeks verbonden zijn aan de betrokken inbreukactiviteiten. § 3. In geval van kwade trouw kan de rechter de verbeurdverklaring uitspreken ten voordele van de
eiser van de inbreukmakende goederen, alsmede, in passende gevallen van de materialen en werktuigen die voornamelijk bij de schepping of vervaardiging van die goederen zijn gebruikt, en die nog in het bezit van de verweerder zijn. Indien de goederen, materialen en werktuigen niet meer in het bezit van de verweerder zijn kan de rechter een vergoeding toekennen waarvan het bedrag gelijk is aan de voor de verkochte goederen, materialen en werktuigen ontvangen prijs. De aldus uitgesproken verbeurdverklaring slorpt de schadevergoeding op ten belope van de waarde van het verbeurdverklaarde. Art. 14. <W 2007-05-09/30, art. 8, 003; ED : 10-05-2007> § 1. Wanneer de rechter een inbreuk op het in
artikel 1 bedoelde exclusief recht vaststelt, beveelt deze tegenover elke inbreukmaker de staking van deze inbreuk. De rechter kan eveneens een bevel tot staking uitvaardigen tegenover tussenpersonen wier diensten
door derden worden gebruikt om inbreuk op het in artikel 1 bedoelde exclusief recht te plegen. § 2. Onverminderd de aan de benadeelde wegens de inbreuk verschuldigde schadevergoeding en
zonder schadeloosstelling van welke aard ook, kan de rechter op vordering van de partij die een vordering inzake namaak kan instellen de terugroeping uit het handelsverkeer, de definitieve verwijdering uit het handelsverkeer of de vernietiging gelasten van de inbreukmakende goederen, alsmede, in passende gevallen, van de materialen en werktuigen die voornamelijk bij de schepping of vervaardiging van die goederen zijn gebruikt. Deze maatregelen worden uitgevoerd op kosten van de inbreukmaker, tenzij bijzondere redenen dit
beletten. Bij de beoordeling van een vordering ais bedoeld in het eerste lid, wordt rekening gehouden met de
evenredigheid tussen de ernst van de inbreuk en de gelaste maatregelen, alsmede met de belangen van derden.
§ 3. Wanneer de rechter in de loop van een procedure een inbreuk vaststelt, kan hij, op verzoek van de partij die een vordering inzake namaak kan instellen, de inbreukmaker bevelen al hetgeen hem bekend is omtrent de herkomst en de distributiekanalen van de inbreukmakende goederen of diensten aan de partij die de vordering instelt mee te delen en haar aile daarop betrekking hebbende gegevens te verstrekken, voor zover die maatregel gerechtvaardigd en redelijk voorkomt.
Eenzelfde bevel kan worden opgelegd aan de persoon die de inbreukmakende goederen op commerciële schaal in zijn bezit heeft, de diensten waardoor een inbreuk wordt gemaakt op commerciële schaal heeft gebruikt, of op commerciële schaal diensten die bij inbreukmakende handelingen worden gebruikt, heeft verleend.
§ 4. De rechter kan bevelen dat zijn beslissing of de samenvatting die hij opstelt wordt aangeplakt
tijdens de door hem bepaalde termijn, zowel buiten ais binnen de inrichtingen van de inbreukmaker en dat zijn vonnis of de samenvatting ervan in kranten of op enige andere wijze wordt bekendgemaakt, dit alles op kosten van de inbreukmaker. Art. 15. De vordering wegens inbreuk op het exclusief recht bedoeld in artikel 1 verjaart na vijf jaar te
rekenen vanaf de dag waarop de inbreuk werd gepleegd. Art. 16. § 1. (De rechtbanken van koophandel nemen, zelfs wanneer de partijen geen kooplieden zijn,
kennis van aile vorderingen aangaande de toepassing van deze wet, ongeacht het bedrag van de vordering.) <W 2007-05-10/33, art. 4, 002; ED : 01-11-2007> § 2. Tot kennisneming van de vordering bedoeld in § 1 is alleen bevoegd : 1° de rechtbank die is gevestigd waar het bof van beroep zijn zetel heeft in het rechtsgebied waarvan de
inbreuk is begaan of, naar keuze van de eiser, de rechtbank die is gevestigd waar het bof van beroep zijn zetel heeft, in het rechtsgebied waarvan de verweerder of een van de verweerders zijn woon- of verblijfplaats heeft; 2° de rechtbank die is gevestigd waar het bof van beroep zijn zetel heeft, in het recbtsgebied waarvan
de eiser zijn woon- of verblijfplaats heeft, ingeval de verweerder, of een van de verweerders, in het Rijk geen woon- of verblijfplaats heeft. § 3. Van rechtswege is nietig elke overeenkomst die in strijd is met het bepaalde in de §§ 1 en 2, van dit
artikel, en die dagtekent van voor of van na het ontstaan van het geschil. De bepaling van het eerste lid staat nochtans niet in de weg dat de geschillen bedoeld in dit artikel voor
een scheidsgerecht worden gebracht. In afwijking van het bepaalde in artikel 630, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, bepalen de partijen vrij de plaats waar het geding voor scheidslieden wordt gevoerd. HOOFDSTUK IV. - Wijzigingsbepalingen. Art. 17. <wijzigingsbepaling van art. 569 en 627 van het Gerechtelijk Wetboek> HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen. Art. 18. § 1. De bepalingen van deze wet doen geen atbreuk aan de andere wettelijke bepalingen inzake
intellectuele eigendom. § 2. De bepalingen van deze wet doen geen atbreuk aan de toepassing van het auteursrecht op de
werken die in het halfgeleiderprodukt zouden zijn vastgelegd. Art. 19. Deze wet is slechts van toepassing op de topografieën van halfgeleiderprodukten die voor de
eerste maal na haar inwerkingtreding werden vastgelegd.
Wijziging(en) Il Tekst Inhoudstafel Il Begin1 Il 1 Gewijzigd door WET van 19-04-2014 gepubl. op 12-06-2014
Art. 1-19 Van kracht tot 01-01-2015 .[ Zie tekst hier boven l
Gewijzigd door WET van 09-05-2007 gepubl. op 10-05-2007 Gewijzigd art. 13 *** 14
Van kracht tot 10-05-2007 .[ Zie versie 002 ]
Gewijzigd door WET van 10-05-2007 gepubl. op 10-05-2007 Gewijzigd art. 16, #1
Van kracht tot 01-11-2007 .[ Zie versie 001 ]