À propos de la propriété intellectuelle Formation en propriété intellectuelle Respect de la propriété intellectuelle Sensibilisation à la propriété intellectuelle La propriété intellectuelle pour… Propriété intellectuelle et… Propriété intellectuelle et… Information relative aux brevets et à la technologie Information en matière de marques Information en matière de dessins et modèles industriels Information en matière d’indications géographiques Information en matière de protection des obtentions végétales (UPOV) Lois, traités et jugements dans le domaine de la propriété intellectuelle Ressources relatives à la propriété intellectuelle Rapports sur la propriété intellectuelle Protection des brevets Protection des marques Protection des dessins et modèles industriels Protection des indications géographiques Protection des obtentions végétales (UPOV) Règlement extrajudiciaire des litiges Solutions opérationnelles à l’intention des offices de propriété intellectuelle Paiement de services de propriété intellectuelle Décisions et négociations Coopération en matière de développement Appui à l’innovation Partenariats public-privé Outils et services en matière d’intelligence artificielle L’Organisation Travailler avec nous Responsabilité Brevets Marques Dessins et modèles industriels Indications géographiques Droit d’auteur Secrets d’affaires Académie de l’OMPI Ateliers et séminaires Application des droits de propriété intellectuelle WIPO ALERT Sensibilisation Journée mondiale de la propriété intellectuelle Magazine de l’OMPI Études de cas et exemples de réussite Actualités dans le domaine de la propriété intellectuelle Prix de l’OMPI Entreprises Universités Peuples autochtones Instances judiciaires Ressources génétiques, savoirs traditionnels et expressions culturelles traditionnelles Économie Financement Actifs incorporels Égalité des genres Santé mondiale Changement climatique Politique en matière de concurrence Objectifs de développement durable Technologies de pointe Applications mobiles Sport Tourisme PATENTSCOPE Analyse de brevets Classification internationale des brevets Programme ARDI – Recherche pour l’innovation Programme ASPI – Information spécialisée en matière de brevets Base de données mondiale sur les marques Madrid Monitor Base de données Article 6ter Express Classification de Nice Classification de Vienne Base de données mondiale sur les dessins et modèles Bulletin des dessins et modèles internationaux Base de données Hague Express Classification de Locarno Base de données Lisbon Express Base de données mondiale sur les marques relative aux indications géographiques Base de données PLUTO sur les variétés végétales Base de données GENIE Traités administrés par l’OMPI WIPO Lex – lois, traités et jugements en matière de propriété intellectuelle Normes de l’OMPI Statistiques de propriété intellectuelle WIPO Pearl (Terminologie) Publications de l’OMPI Profils nationaux Centre de connaissances de l’OMPI Série de rapports de l’OMPI consacrés aux tendances technologiques Indice mondial de l’innovation Rapport sur la propriété intellectuelle dans le monde PCT – Le système international des brevets ePCT Budapest – Le système international de dépôt des micro-organismes Madrid – Le système international des marques eMadrid Article 6ter (armoiries, drapeaux, emblèmes nationaux) La Haye – Le système international des dessins et modèles industriels eHague Lisbonne – Le système d’enregistrement international des indications géographiques eLisbon UPOV PRISMA UPOV e-PVP Administration UPOV e-PVP DUS Exchange Médiation Arbitrage Procédure d’expertise Litiges relatifs aux noms de domaine Accès centralisé aux résultats de la recherche et de l’examen (WIPO CASE) Service d’accès numérique aux documents de priorité (DAS) WIPO Pay Compte courant auprès de l’OMPI Assemblées de l’OMPI Comités permanents Calendrier des réunions WIPO Webcast Documents officiels de l’OMPI Plan d’action de l’OMPI pour le développement Assistance technique Institutions de formation en matière de propriété intellectuelle Mesures d’appui concernant la COVID-19 Stratégies nationales de propriété intellectuelle Assistance en matière d’élaboration des politiques et de formulation de la législation Pôle de coopération Centres d’appui à la technologie et à l’innovation (CATI) Transfert de technologie Programme d’aide aux inventeurs WIPO GREEN Initiative PAT-INFORMED de l’OMPI Consortium pour des livres accessibles L’OMPI pour les créateurs WIPO Translate Speech-to-Text Assistant de classification États membres Observateurs Directeur général Activités par unité administrative Bureaux extérieurs Avis de vacance d’emploi Achats Résultats et budget Rapports financiers Audit et supervision
Arabic English Spanish French Russian Chinese
Lois Traités Jugements Recherche par ressort juridique

Belgique

BE208

Retour

Wet van 10 Januari 1990 betreffende de rechtsbescherming van topografieën van Semiconductor Products (bijgewerkt op 29 december 2014)

 Wet van 10 Januari 1990 betreffende de recbtsbescberming van topografieën van balfgeleiderprodukten (bijgewerkt op 29 december 2014)

Gearchiveerde versie nr 3

Titel 10 JANUARI 1990. -Wet betreffende de recbtsbescberming van topografieën van balfgeleiderprodukten.

Dossiernummer: 1990-01-10/34

Nota Gewijzigd bij WET van 19-04-2014

Art. 1-19 Van kracbt tot 01-01-2015

gepubl. op 12-06-2014

Inhoudstafel Il1 HOOFDSTUK I. - Het exclusief recbt op een topografie van een balfgeleiderprodukt. Afdeling.L - Het voorwerp en de bouder van bet exclusief recbt. Art. 1-5 Afdeling.b - Voorwaarden op bet stuk van nationaliteit, verblijf of vestiging. Art. 6-8 Afdelingd!. - De duur en bet verstrijken van bet exclusief recbt. Art. 9 HOOFDSTUK II. - De beperkingen van bet exclusief recbt op een topografie van een balfgeleiderprodukt. Art. 10-12 HOOFDSTUK III. - De vorderingen betreffende de recbten op een topografie van een balfgeleiderprodukt. Art. 13-16 HOOFDSTUK IV. - Wijzigingsbepalingen. Art. 17 HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen. Art. 18-19

Tekst Il Begin 1

Tekst Il Inboudstafel Il Begin

HOOFDSTUK I. - Het exclusief recbt op een topografie van een balfgeleiderprodukt. Afdeling.L - Het voorwerp en de bouder van het exclusief recht. Artikel 1. De maker van een topografie van een halfgeleiderprodukt heeft het exclusief en tijdelijk recht

deze te reproduceren en ze commercieel te exploiteren. Voor de toepassing van deze wet moeten de termen topografie, halfgeleiderprodukt en commerciële

exploitatie verstaan worden in de zin bedoeld door de ricbtlijn 87/54 van 16 december 1986 van de Raad van de Europese Gemeenscbappen betreffende de rechtsbescherming van topografieën van halfgeleiderprodukten of in de zin van elke wijziging besloten door de Raad van de Europese Gemeenschappen met toepassing van artikel 1, § 2, van die richtlijn.

Art. ,2.. De topografie van een halfgeleiderprodukt wordt slechts beschermd voor zover zij voldoet aan de voorwaarden dat zij het voortbrengsel is van de eigen intellectuele inspanning van de maker en in de halfgeleiderindustrie niet algemeen bekend is. Indien de topografie van een halfgeleiderprodukt bestaat uit in de halfgeleiderindustrie algemeen bekende bestanddelen, wordt zij slechts beschermd voor zover de combinatie van dergelijke bestanddelen, ais één geheel bezien, aan de twee bovengenoemde

voorwaarden voldoet. Art. J_. De door deze wet georganiseerde bescherming betreft alleen de topografie zelf en strekt zich niet

uit tot enige in de topografie belichaamde concepten, processen, systemen, technieken of gecodeerde informatie. Art. �- § 1. Indien een topografie van een halfgeleiderprodukt door een werknemer in de uitoefening

van zijn functie is gemaakt, wordt, behoudens andersluidend beding, de werkgever ais de maker beschouwd.

§ 2. Indien een topografie van een halfgeleiderprodukt op bestelling is gemaakt, wordt, behoudens andersluidend beding, degene die de bestelling heeft gedaan, ais de maker beschouwd. Art. S. Het recht op bescherming, georganiseerd door deze wet, gaat over op de rechtsopvolgers van de

persoon die krachtens deze wet van dat recht bouder is. Afdelingk - Voorwaarden op het stuk van nationaliteit, verblijf of vestiging. Art. n. Het recht op bescherming ingesteld door artikel 1 komt toe aan de natuurlijke personen die

onderdaan van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen zijn of hun gewone verblijfplaats op het grondgebied van een Lid-Staat hebben. Het recht op bescherming toegekend krachtens artikel 4 komt toe aan de natuurlijke personen ais

bedoeld in het eerste lid en aan de vennootschappen of andere rechtspersonen met een daadwerkelijke industriële of commerciële vestiging op het grondgebied van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen. Art. 1. Voor het recht op bescherming georganiseerd door deze wet komen eveneens in aanmerking

personen ais bedoeld in de artikelen 1 en 4 die onderdaan zijn van dan wel hun gewone verblijfplaats of daadwerkelijke industriële of commerciële vestiging hebben in andere dan de in artikel 6, tweede lid, bedoelde landen, indien zulks in een internationale overeenkomst is vastgesteld of door de Raad van Europese Gemeenschappen is besloten. Art. ,H. Wanneer er geen recht op bescherming bestaat krachtens deze afdeling, geldt het recht op

bescherming ook voor de in artikel 6, tweede lid, bedoelde personen die : a) in een Lid-Staat voor het eerst een topografie commercieel exploiteren die nog niet eiders in de

wereld commercieel is geëxploiteerd, en b) van degene die daarover kan beschikken, bij uitsluiting toestemming hebben verkregen de

topografie commercieel in de Gemeenschap te exploiteren. Afdelingà - De duur en het verstrijken van het exclusief recht. Art. 2_. § 1. Het in artikel 1 bedoeld exclusief recht ontstaat wanneer de topografie voor het eerst op

enigerlei wijze wordt vastgelegd. § 2. Het exclusief recht vervalt tien jaar na het verstrijken van het kalenderjaar waarin de topografie

voor het eerst ergens ter wereld commercieel geëxploiteerd is. § 3. Indien een topografie in een periode van vijftien jaar na de eerste vastlegging nergens ter wereld

commercieel is geëxploiteerd, vervalt het krachtens § 1 van dit artikel ontstaan exclusief recht. HOOFDSTUK II. - De beperkingen van het exclusief recht op een topografie van een

halfgeleiderprodukt. Art. 10. De bouder van het recht op bescherming van een topografie van een halfgeleiderprodukt kan

het hem door deze wet verleend exclusief recht van reproductie en commerciële exploitatie niet doen gelden ten aanzien van : a) de reproductie die uitsluitend geschiedt voor de analyse, de evaluatie of het onderwijzen van de

topografie of van de concepten, processen, systemen of technieken die in de topografie belichaamd zijn; b) de topografie die het resultaat is van overeenkomstig het bepaalde in a verrichte analyses en

evaluaties van een andere topografie, althans in zover de nieuwe topografie het voortbrengsel is van de intellectuele inspanning van de maker en in de halfgeleiderindustrie niet algemeen bekend is. Art. 11. § 1. Indien een persoon bij het verwerven van een halfgeleiderprodukt niet weet of niet

redelijkerwijs kan vermoeden dat de topografie van dit produkt beschermd is door het in artikel 1 bedoeld exclusief recht, kan hem niet worden verboden dat produkt commercieel te exploiteren.

§ 2. De bouder van het exclusief recht kan evenwel van de in § 1 bedoelde persoon een bedrag eisen gelijkwaardig aan het bedrag dat hem normaal zou toekomen uit hoofde van de commerciële exploitatie van de topografie voor de handelingen begaan nadat deze persoon weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat de topografie van het halfgeleiderprodukt door een exclusief recht beschermd is.

Art. 12. Het in artikel 1 bedoelde exclusief recht geldt niet voor de commerciële exploitatie van een topografie of halfgeleiderprodukt nadat deze door de bouder van het exclusief recht of met zijn uitdrukkelijke toestemming in een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen in het verkeer is gebracht. HOOFDSTUK III. - De vorderingen betreffende de rechten op een topografie van een

halfgeleiderprodukt. Art. 13. <W 2007-05-09/30, art. 7, 003; ED : 10-05-2007> § 1. Onverminderd § 3 heeft de benadeelde

recht op de vergoeding van elke schade die hij door een inbreuk op het in artikel 1 bedoelde exclusief recht lijdt.

§ 2. Wanneer de omvang van de schade op geen andere wijze kan bepaald worden, kan de rechter de schadevergoeding in redelijkheid en billijkheid vaststellen op een forfaitair bedrag. De rechter kan bij wijze van schadevergoeding de afgifte bevelen aan de eiser van de inbreukmakende

goederen, alsmede, in passende gevallen, van de materialen en werktuigen die voornamelijk bij de schepping of vervaardiging van die goederen zijn gebruikt, en die nog in het bezit van de verweerder zijn. Indien de waarde van die goederen, materialen en werktuigen de omvang van de werkelijke schade overschrijdt, bepaalt de rechter de door de eiser te betalen opleg. In geval van kwade trouw kan de rechter bij wijze van schadevergoeding de afdracht bevelen van het

geheel of een deel van de ten gevolge van de inbreuk genoten winst alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording dienaangaande. Bij het bepalen van de af te dragen winst worden enkel de kosten in mindering gebracht die rechtstreeks verbonden zijn aan de betrokken inbreukactiviteiten. § 3. In geval van kwade trouw kan de rechter de verbeurdverklaring uitspreken ten voordele van de

eiser van de inbreukmakende goederen, alsmede, in passende gevallen van de materialen en werktuigen die voornamelijk bij de schepping of vervaardiging van die goederen zijn gebruikt, en die nog in het bezit van de verweerder zijn. Indien de goederen, materialen en werktuigen niet meer in het bezit van de verweerder zijn kan de rechter een vergoeding toekennen waarvan het bedrag gelijk is aan de voor de verkochte goederen, materialen en werktuigen ontvangen prijs. De aldus uitgesproken verbeurdverklaring slorpt de schadevergoeding op ten belope van de waarde van het verbeurdverklaarde. Art. 14. <W 2007-05-09/30, art. 8, 003; ED : 10-05-2007> § 1. Wanneer de rechter een inbreuk op het in

artikel 1 bedoelde exclusief recht vaststelt, beveelt deze tegenover elke inbreukmaker de staking van deze inbreuk. De rechter kan eveneens een bevel tot staking uitvaardigen tegenover tussenpersonen wier diensten

door derden worden gebruikt om inbreuk op het in artikel 1 bedoelde exclusief recht te plegen. § 2. Onverminderd de aan de benadeelde wegens de inbreuk verschuldigde schadevergoeding en

zonder schadeloosstelling van welke aard ook, kan de rechter op vordering van de partij die een vordering inzake namaak kan instellen de terugroeping uit het handelsverkeer, de definitieve verwijdering uit het handelsverkeer of de vernietiging gelasten van de inbreukmakende goederen, alsmede, in passende gevallen, van de materialen en werktuigen die voornamelijk bij de schepping of vervaardiging van die goederen zijn gebruikt. Deze maatregelen worden uitgevoerd op kosten van de inbreukmaker, tenzij bijzondere redenen dit

beletten. Bij de beoordeling van een vordering ais bedoeld in het eerste lid, wordt rekening gehouden met de

evenredigheid tussen de ernst van de inbreuk en de gelaste maatregelen, alsmede met de belangen van derden.

§ 3. Wanneer de rechter in de loop van een procedure een inbreuk vaststelt, kan hij, op verzoek van de partij die een vordering inzake namaak kan instellen, de inbreukmaker bevelen al hetgeen hem bekend is omtrent de herkomst en de distributiekanalen van de inbreukmakende goederen of diensten aan de partij die de vordering instelt mee te delen en haar aile daarop betrekking hebbende gegevens te verstrekken, voor zover die maatregel gerechtvaardigd en redelijk voorkomt.

Eenzelfde bevel kan worden opgelegd aan de persoon die de inbreukmakende goederen op commerciële schaal in zijn bezit heeft, de diensten waardoor een inbreuk wordt gemaakt op commerciële schaal heeft gebruikt, of op commerciële schaal diensten die bij inbreukmakende handelingen worden gebruikt, heeft verleend.

§ 4. De rechter kan bevelen dat zijn beslissing of de samenvatting die hij opstelt wordt aangeplakt

tijdens de door hem bepaalde termijn, zowel buiten ais binnen de inrichtingen van de inbreukmaker en dat zijn vonnis of de samenvatting ervan in kranten of op enige andere wijze wordt bekendgemaakt, dit alles op kosten van de inbreukmaker. Art. 15. De vordering wegens inbreuk op het exclusief recht bedoeld in artikel 1 verjaart na vijf jaar te

rekenen vanaf de dag waarop de inbreuk werd gepleegd. Art. 16. § 1. (De rechtbanken van koophandel nemen, zelfs wanneer de partijen geen kooplieden zijn,

kennis van aile vorderingen aangaande de toepassing van deze wet, ongeacht het bedrag van de vordering.) <W 2007-05-10/33, art. 4, 002; ED : 01-11-2007> § 2. Tot kennisneming van de vordering bedoeld in § 1 is alleen bevoegd : 1° de rechtbank die is gevestigd waar het bof van beroep zijn zetel heeft in het rechtsgebied waarvan de

inbreuk is begaan of, naar keuze van de eiser, de rechtbank die is gevestigd waar het bof van beroep zijn zetel heeft, in het rechtsgebied waarvan de verweerder of een van de verweerders zijn woon- of verblijfplaats heeft; 2° de rechtbank die is gevestigd waar het bof van beroep zijn zetel heeft, in het recbtsgebied waarvan

de eiser zijn woon- of verblijfplaats heeft, ingeval de verweerder, of een van de verweerders, in het Rijk geen woon- of verblijfplaats heeft. § 3. Van rechtswege is nietig elke overeenkomst die in strijd is met het bepaalde in de §§ 1 en 2, van dit

artikel, en die dagtekent van voor of van na het ontstaan van het geschil. De bepaling van het eerste lid staat nochtans niet in de weg dat de geschillen bedoeld in dit artikel voor

een scheidsgerecht worden gebracht. In afwijking van het bepaalde in artikel 630, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, bepalen de partijen vrij de plaats waar het geding voor scheidslieden wordt gevoerd. HOOFDSTUK IV. - Wijzigingsbepalingen. Art. 17. <wijzigingsbepaling van art. 569 en 627 van het Gerechtelijk Wetboek> HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen. Art. 18. § 1. De bepalingen van deze wet doen geen atbreuk aan de andere wettelijke bepalingen inzake

intellectuele eigendom. § 2. De bepalingen van deze wet doen geen atbreuk aan de toepassing van het auteursrecht op de

werken die in het halfgeleiderprodukt zouden zijn vastgelegd. Art. 19. Deze wet is slechts van toepassing op de topografieën van halfgeleiderprodukten die voor de

eerste maal na haar inwerkingtreding werden vastgelegd.

Wijziging(en) Il Tekst Inhoudstafel Il Begin1 Il 1 Gewijzigd door WET van 19-04-2014 gepubl. op 12-06-2014

Art. 1-19 Van kracht tot 01-01-2015 .[ Zie tekst hier boven l

Gewijzigd door WET van 09-05-2007 gepubl. op 10-05-2007 Gewijzigd art. 13 *** 14

Van kracht tot 10-05-2007 .[ Zie versie 002 ]

Gewijzigd door WET van 10-05-2007 gepubl. op 10-05-2007 Gewijzigd art. 16, #1

Van kracht tot 01-11-2007 .[ Zie versie 001 ]