À propos de la propriété intellectuelle Formation en propriété intellectuelle Respect de la propriété intellectuelle Sensibilisation à la propriété intellectuelle La propriété intellectuelle pour… Propriété intellectuelle et… Propriété intellectuelle et… Information relative aux brevets et à la technologie Information en matière de marques Information en matière de dessins et modèles industriels Information en matière d’indications géographiques Information en matière de protection des obtentions végétales (UPOV) Lois, traités et jugements dans le domaine de la propriété intellectuelle Ressources relatives à la propriété intellectuelle Rapports sur la propriété intellectuelle Protection des brevets Protection des marques Protection des dessins et modèles industriels Protection des indications géographiques Protection des obtentions végétales (UPOV) Règlement extrajudiciaire des litiges Solutions opérationnelles à l’intention des offices de propriété intellectuelle Paiement de services de propriété intellectuelle Décisions et négociations Coopération en matière de développement Appui à l’innovation Partenariats public-privé Outils et services en matière d’intelligence artificielle L’Organisation Travailler avec nous Responsabilité Brevets Marques Dessins et modèles industriels Indications géographiques Droit d’auteur Secrets d’affaires Académie de l’OMPI Ateliers et séminaires Application des droits de propriété intellectuelle WIPO ALERT Sensibilisation Journée mondiale de la propriété intellectuelle Magazine de l’OMPI Études de cas et exemples de réussite Actualités dans le domaine de la propriété intellectuelle Prix de l’OMPI Entreprises Universités Peuples autochtones Instances judiciaires Ressources génétiques, savoirs traditionnels et expressions culturelles traditionnelles Économie Égalité des genres Santé mondiale Changement climatique Politique en matière de concurrence Objectifs de développement durable Technologies de pointe Applications mobiles Sport Tourisme PATENTSCOPE Analyse de brevets Classification internationale des brevets Programme ARDI – Recherche pour l’innovation Programme ASPI – Information spécialisée en matière de brevets Base de données mondiale sur les marques Madrid Monitor Base de données Article 6ter Express Classification de Nice Classification de Vienne Base de données mondiale sur les dessins et modèles Bulletin des dessins et modèles internationaux Base de données Hague Express Classification de Locarno Base de données Lisbon Express Base de données mondiale sur les marques relative aux indications géographiques Base de données PLUTO sur les variétés végétales Base de données GENIE Traités administrés par l’OMPI WIPO Lex – lois, traités et jugements en matière de propriété intellectuelle Normes de l’OMPI Statistiques de propriété intellectuelle WIPO Pearl (Terminologie) Publications de l’OMPI Profils nationaux Centre de connaissances de l’OMPI Série de rapports de l’OMPI consacrés aux tendances technologiques Indice mondial de l’innovation Rapport sur la propriété intellectuelle dans le monde PCT – Le système international des brevets ePCT Budapest – Le système international de dépôt des micro-organismes Madrid – Le système international des marques eMadrid Article 6ter (armoiries, drapeaux, emblèmes nationaux) La Haye – Le système international des dessins et modèles industriels eHague Lisbonne – Le système d’enregistrement international des indications géographiques eLisbon UPOV PRISMA UPOV e-PVP Administration UPOV e-PVP DUS Exchange Médiation Arbitrage Procédure d’expertise Litiges relatifs aux noms de domaine Accès centralisé aux résultats de la recherche et de l’examen (WIPO CASE) Service d’accès numérique aux documents de priorité (DAS) WIPO Pay Compte courant auprès de l’OMPI Assemblées de l’OMPI Comités permanents Calendrier des réunions WIPO Webcast Documents officiels de l’OMPI Plan d’action de l’OMPI pour le développement Assistance technique Institutions de formation en matière de propriété intellectuelle Mesures d’appui concernant la COVID-19 Stratégies nationales de propriété intellectuelle Assistance en matière d’élaboration des politiques et de formulation de la législation Pôle de coopération Centres d’appui à la technologie et à l’innovation (CATI) Transfert de technologie Programme d’aide aux inventeurs WIPO GREEN Initiative PAT-INFORMED de l’OMPI Consortium pour des livres accessibles L’OMPI pour les créateurs WIPO Translate Speech-to-Text Assistant de classification États membres Observateurs Directeur général Activités par unité administrative Bureaux extérieurs Avis de vacance d’emploi Achats Résultats et budget Rapports financiers Audit et supervision
Arabic English Spanish French Russian Chinese
Lois Traités Jugements Parcourir par ressort juridique

Belgique

BE203

Retour

Wet van 28 Maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten (bijgewerkt op 5 juni 2014)

 Wet van 28 Maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw-en zeevisserijprodukten

Titel

28 MAART 1975. - Wet betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten. (NOTA: opgeheven voor het Vlaamse Gewest bij DVR 2013-06-28/15, art. 81, 5°, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2014)(Opgeheven voor het Waalse Gewest bij WLW 2014-03-27/65, art. D.418, 4°, 013; Inwerkingtreding: 15-06-2014; zie ook de overgangsmaatregelen in art. D.420) (NOTA: Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-01-1991 en tekstbijwerking tot 05-06-2014)

Publicatie: 25-04-1975 nommer: 1975032805 bladzijde: 5141 Dossiernummer: 1975-03-28/31 Inwerkingtreding: 05-05-1975

1 Inhoud�aful Il Tekst Il Begin IArt. 1-4, 4bis, 5, 5bis, 6-8, 8bis, 9-14

Tekst Il Inhoudstafel Il Begin Artikel 1.Deze wet is van toepassing op de voortbrengselen van de landbouw, van de tuinbouw, van de zeevisserij, met inbegrip van de produkten van de teelt van ongewervelde zeedieren, en van de veeteelt, met inbegrip van zuivelprodukten evenals van eieren en eiprodukten. Beschouwd worden ais: 1. zuivelprodukten: (melk van dieren) en elk produkt afgeleid van deze grondstof hetzij door bewerking

of verwerking, hetzij door thermische of mechanische behandeling, hetzij door indamping of verdamping, hetzij door stremming of gisting, hetzij door afkoeling of bevriezing, hetzij door toevoeging van andere stoffen, hetzij door onttrekking van een of meer bestanddelen; <W 1999-02-05/35, art. 20, 004; Inwerkingtreding: 29-03-1999> 2. eieren en eiprodukten: gehele eieren van pluimvee en produkten ervan die bestaan uit de van de

schaal en schaalvliezen ontdane gehele of gedeeltelijke inhoud van de eieren, waaraan al dan niet andere stoffen zijn toegevoegd. (3. dierlijke bijproducten: niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten, zoals

bepaald in de Verordening EG 1774/2002 van de Raad en van het Europees Parlement van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en meer in het bijzonder de bijproducten bestemd voor technisch gebruik, de bijproducten bestemd voor diagnose, onderzoek en onderwijs, de niet-verwerkte bijproducten bestemd voor gebruik in dierenvoeding en de bijproducten bestemd voor taxidermie.) <W 2007-03-01/37, art. 106, 007; Inwerkingtreding: 24-03-2007>

Artikel 1. (VLAAMSE GEWEST) [1 ...]1

(l)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,5°, 012; Inwerkingtreding: 01-01-2014>

Art. ,2.. Deze wet heeft tot doel: 1. de belangen te vrijwaren van de voortbrengers, de kwekers, de vissers, de verdelers, de bereiders, de

veilingen, de gebruikers en de verbruikers, door middel van maatregelen die ertoe strekken bedrog en vervalsing te voorkomen en praktijken te weren die tot gevolg hebben atbreuk te doen aan de normale voorwaarden van mededinging; 2. de plantaardige en dierlijke produktie te bevorderen, te verbeteren en te beschermen; 3. afzetgebieden te behouden, te verwerven en uit te breiden op de binnenlandse en buitenlandse

markten.

Art. J_.§ 1. De Koning kan ten aanzien van de in deze wet bedoelde produkten: [1° aile maatregelen nemen voor de uitvoering van de gemeenschappelijke ordeningen der markten,tot

stand gebracht op grond van de artikelen 42 en 43 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,alsmede voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden; 2° de voorwaarden bepalen inzake produktie,zeevisserij,aanvoer,verwerking,bewerking,analyse,

samenstelling,aanwezigheid van residuen,bewaring,vervoer,behandeling,vervaardiging,bereiding, opslag,indeling,kwaliteit,hoeveelheid,maat,gewicht,vorm,heffing,prijs,atbouding,toeslag,subsidie, oorsprong,herkomst,triëring,verpakking,presentatie,conditionering en reclame waaraan die produkten moeten voldoen. Deze voorwaarden kunnen ertoe strekken voor bedoelde produkten algemeen geldende minimumvereisten in te voeren om in de handel te worden gebracht,verworven, aangeboden,ten verkoop tentoongesteld,in bezit gehouden,bereid,vervoerd,verkocht,geleverd,onder kosteloze of bezwarende titel afgestaan,ingevoerd,uitgevoerd of doorgevoerd. Deze voorwaarden kunnen eveneens ertoe strekken een op kwaliteitsverschillen of bepaalde karakteristieken gebaseerd onderscheid te maken tussen de in de handel gebrachte produkten;] <W 1990-12-29/30,art. 214,1°, 002;Inwerkingtreding: 19-01-1991>

[3°] de merken,loodjes,verzegelingen,labels,etiketten,getuigschriften,attesten,bordjes,tekens, verpakkingen,benamingen of andere aanwijzingen of stukken bepalen waaruit het bestaan van de sub 1° bedoelde voorwaarden bewezen of te kennen gegeven wordt; <W 1990-12-29/30,art. 214,2°, 002;Inwerkingtreding: 19-01-1991>

[4°] de activiteiten van de personen die de onder 1° genoemde handelingen stellen onderwerpen aan een voorafgaande machtiging of erkenning verleend door (de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft) of door de instelling of de ambtenaar daartoe gemachtigd door (de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft); <W 1990-12-29/30,art. 214,2°,002; Inwerkingtreding :19-01-1991> <W 2007-03-01/37,art. 105,007; Inwerkingtreding: 24-03-2007>

[5°] de voorwaarden bepalen tot het verkrijgen en behouden van een machtiging of erkenning ais bedoeld in 3°,met inbegrip van het opleggen van de betaling van een vergoeding en het vaststellen van het bedrag ervan; <W 1990-12-29/30,art. 214,2°,002; Inwerkingtreding: 19-01-1991>

[6°] de controlemaatregelen vaststellen bestemd om de uitvoering te verzekeren van de krachtens bovenstaande bepalingen uitgevaardigde reglementeringen en de regelen die moeten worden nageleefd door de personen waarop deze reglementeringen van toepassing zijn,evenals de vergoedingen die hiervoor kunnen worden gevorderd [en onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.] <W 1990-12- 29/30,art. 214,2°,002; Inwerkingtreding: 19-01-1991> <KB 2001-02-22/33,art. 16, 006;Inwerkingtreding: onbepaald>

[7° bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden een vergoeding of een voorschot kan verleend worden bij een verbod tot het in de handel brengen om redenen van volksgezondheid of dierengezondheid. In dat geval kan de Belgische Staat de financiële last van het verbod tot het in de handel brengen terugvorderen van de vermoedelijke of bewezen verantwoordelijke van de oorzaak van het verbod.] <W 1999-02-05/35,art. 21,004; Inwerkingtreding: 29-03-1999>

[8° de vergoedingen vaststellen die de operatoren moeten betalen voor het verkrijgen van een gezondheidscertificaat voor de uitvoer van dierlijke bijproducten.] <W 2008-06-08/30,art. 48, 008;Inwerkingtreding: 26-06-2008> § 2. De Koning kan de wijze en de voorwaarden van monsterneming vaststellen,de ontledingsmethoden

bepalen,het tarief van de ontledingen vaststellen evenals de voorwaarden bepalen voor de inrichting en de werking van de ontledingslaboratoria met het oog op hun erkenning door [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft]. <W 2007-03-01/37,art. 105,007; Inwerkingtreding: 24- 03-2007>

[Het vorig lid is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.] <KB 2001-02-22/33,art. 16,006; Inwerkingtreding: 01-01-2003> § 3. De Koning kan de uitoefening van sommige van de bij dit artikel bepaalde machten,die hij

aanwijst,aan [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] overdragen. <W 2007-

03-01/37,art. 105,007; Inwerkingtreding: 24-03-2007>

Art. 3. (VLAAMSE GEWEST) <Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,5°, 012; Inwerkingtreding: 01-01-2014>

Art. 3. WAALS GEWEST <Opgeheven bij DWG 2013-06-27/15, art. 62, 011; Inwerkingtreding: 09-08-2013>

Art. �.<W 1999-02-05/35,art. 22,004; Inwerkingtreding: 29-03-1999> Onverminderd de bepalingen van artikel 3 van deze wet,kan de Koning de voorwaarden bepalen waaronder [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] representatieve beroepsorganisaties van producenten, kopers en/of van verwerkers van bepaalde producten erkent en regels goedkeurt die deze representatieve beroepsorganisaties inzake de productie en het op de markt brengen van bepaalde producten vaststellen. <W 2007-03-01/37,art. 105,007; Inwerkingtreding: 24-03-2007> De erkende representatieve beroepsorganisaties onderwerpen zich aan het toezicht van de Minister en

zijn afgevaardigden. De goedgekeurde regels hebben de rechtsgevolgen van verordeningen en binden de categorieën van

betrokken personen. Zij worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ais bijlage bij het ministerieel besluit tot goedkeuring. Het ministerieel besluit tot goedkeuring heeft uitwerking met ingang van de datum waarop de regels in

werking treden. Het houdt op uitwerking te hebben bij het verstrijken van de duur van deze regels.

Art. 4. (VLAAMSE GEWEST)

[l ...]l

(l)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15,art. 81,5°,012; Inwerkingtreding: 01-01-2014>

Art. 4bis.<lngevoegd bij W 1990-12-29/30,art. 215,002; Inwerkingtreding: 19-01-1991,bij arrest 53/92 van 9 juli 1992,vernietigt het Arbitragehof het artikel 215 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen,in zoverre het de beroepsorganisaties machtigt,door overeenkomsten van het bedrijfsleven,de overdracht van leveringsrechten van bieten afbankelijk te stellen van het schriftelijk akkoord van de titularis van de rechten die het genot van gronden overlaat> § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 3 van deze wet,kan de Koning de voorwaarden bepalen

waaronder de Minister van Landbouw de representatieve beroepsorganisaties van suikerfabrikanten en van de verkopers van bieten erkent en de overeenkomsten van het betrokken bedrijfsleven goedkeurt waarbij de individuele en collectieve betrekkingen tussen suikerfabrikanten en de verkopers van bieten worden geregeld,alsmede de rechten en verplichtingen van de contracterende partijen. Deze overeenkomsten van het betrokken bedrijfsleven kunnen inzonderheid regels bevatten met

betrekking tot de voorwaarden voor aankoop,levering,ontvangst en betaling van bieten,met betrekking tot de voorwaarden van de verdeling van leveringsrechten,het beheer van deze rechten en de overdracht van deze rechten van de titularis naar een derde met of zonder overdracht van het genot van gronden en met of zonder het schriftelijk akkoord van de titularis van de rechten die het genot van gronden overlaat en met betrekking tot de voorwaarden waaronder de afboudingen verricht kunnen worden door de suikerfabrikanten op de betalingen van de bieten met het oog op het dekken van de kosten van de activiteiten van de beroepsorganisaties of met het oog op het verzekeren van de behartiging van de belangen die zij vertegenwoordigen of de financiering van een deelname in het kapitaal van ondernemingen van de betrokken sector. § 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 3 van deze wet,kan de Koning de voorwaarden bepalen

waaronder de Minister van Landbouw representatieve beroepsorganisaties erkent,hetzij van de suikerfabrikanten,hetzij van de bietenverkopers,hetzij van de suikerfabrikanten en bietenverkopers en de gemeenschappelijke regels,vastgesteld door deze representatieve beroepsorganisaties,goedkeurt. Die gemeenschappelijke regels kunnen betrekking hebben op de produktie en het op de markt brengen

van de bieten en van de suiker,alsmede op de behartiging van de vertegenwoordigde belangen.

Die gemeenschappelijke regels mogen niet strijdig zijn met de bepalingen van de overeenkomsten van het bedrijfsleven,bedoeld in § 1. § 3. De erkende representatieve beroepsorganisaties onderwerpen zich aan het toezicht van de Minister

van Landbouw of van zijn afgevaardigden met betrekking tot hun boekhouding en met betrekking tot de toepassing van de goedgekeurde overeenkomsten van het bedrijfsleven en gemeenschappelijke regelen. Het toezicht kan uitgeoefend worden door ambtenaren die ais waarnemer aan vergaderingen van de

beheersorganen deelnemen. De goedgekeurde overeenkomsten van het betrokken bedrijfsleven en gemeenschappelijke regels

hebben de rechtsgevolgen van verordeningen en binden de categorieën van betrokken personen. Zij worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ais bijlage bij het ministerieel besluit tot goedkeuring. Het ministerieel besluit tot goedkeuring heeft uitwerking met ingang van de datum waarop de

overeenkomst en gemeenschappelijke regels in werking treden. Het houdt op uitwerking te hebben bij het verstrijken van de duur van deze overeenkomsten en regels. § 4. De Koning kan de samenstelling,de opdracht en de werkwijze bepalen van de Suikercommissie.

<Bij arrest nr. 53/92 van 9 juli 1992 (B.St. 27-08-1992,p. 18816) heeft het Arbitragehof dit artikel vernietigd; Opheffing: 19-01-1991,in zoverre het de beroepsorganisaties machtigt,door overeenkomsten van het bedrijfsleven,de overdracht van leveringsrechten van bieten afhankelijk te stellen van het schriftelijk akkoord van de titularis van de rechten die het genot van gronden toelaat>

Art. 4bis. (VLAAMSE GEWEST)

[l ...]l

(l)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15,art. 81,5°,012; Inwerkingtreding: 01-01-2014>

Art. ,S_.[Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie wordt overtreding van deze wet en van de ter uitvoering ervan genomen besluiten opgespoord en vastgesteld door de gerechtelijke agenten bij de parketten,de leden van de rijkswacht en de ambtenaren van de gemeentelijke politie,alsmede naargelang van het geval [de statutaire en contractuele personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu,de personeelsleden van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau,de ambtenaren van het Bestuur der Douane en Accijnzen,de inspecteurs en controleurs van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie,K.M.O.,Middenstand en Energie]. Zij mogen vaststellingen verrichten op grond van waarnemingen vanuit de lucht,de zee of het land met behulp van aile beschikbare technische middelen.] <W 1999-02-05/35,art. 23,1°,004; Inwerkingtreding: 29-03-1999> <W 2007-03-01/37,art. 105,007; Inwerkingtreding: 24-03-2007> <W 2007-03-01/37,art. 107,1°, 007;Inwerkingtreding: 24-03-2007> Degenen onder ben die de eed,voorgeschreven bij het decreet van 20 juli 1831,niet zouden afgelegd

hebben,zullen hem voor de vrederechter afleggen. [De personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu leggen,voorafgaand aan de uitoefening van hun functie,de eed af in handen van de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid of zijn afgevaardigde.] <W 2007-03-01/37,art. 107,2°,007; Inwerkingtreding: 24-03-2007> De door deze overheidspersonen opgemaakte processen-verbaal hebben bewijskracht tot het

tegenbewijs is geleverd; een afschrift daarvan wordt binnen vijftien dagen na de vaststelling aan de overtreders betekend. Dezelfde overheidspersonen kunnen monsters nemen en deze door een daartoe erkend laboratorium

laten ontleden. In de uitoefening van hun opdracht mogen zij fabrieken,magazijnen,bergplaatsen,kantoren,

vervoermiddelen,bedrijfsgebouwen,stallen,veilingen,markten,vismijnen, [vissersvaartuigen, slachthuizen,versnijdingslokalen,diepvriesinstallaties,] trieerinstellingen,koelhuizen,stapelhuizen, stations en de in de open lucht gelegen bedrijven betreden. <W 1999-02-05/35,art. 23,2°, 004;Inwerkingtreding: 29-03-1999>

[Zij mogen de plaatsen die tot woning dienen,slechts bezoeken met verlof van de rechter in de politierechtbank.] <W 1999-02-05/35,art. 23,3°,004; Inwerkingtreding: 29-03-1999> Zij kunnen zich aile inlichtingen [,bescheiden en geïnformatiseerde dragers van gegevens] doen

verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten en overgaan tot aile nuttige vaststellingen,eventueel met de medewerking van deskundigen,gekozen uit een lijst door [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] opgemaakt. <W 1999-02-05/35,art. 23,4°, 004;Inwerkingtreding: 29-03-1999> <W 2007-03-01/37,art. 105,007; Inwerkingtreding: 24-03-2007>

[Indien bescheiden en geïnformatiseerde dragers van gegevens worden meegenomen,wordt er ter plaatse een omstandige inventaris van opgemaakt,waarvan één kopie aan de bouder wordt overhandigd.] <W 1999-02-05/35,art. 23,5°,004; Inwerkingtreding: 29-03-1999>

[Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht met toepassing van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.] <KB 2001-02-22/33,art. 16,006; Inwerkingtreding: 01-01-2003>

Art. 5. (VLAAMSE GEWEST)

[l ...]l

(l)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15,art. 81,5°,012; Inwerkingtreding: 01-01-2014>

Art. 5bis. <Ingevoegd bij W 1999-02-05/35,art. 24; Inwerkingtreding: 29-03-1999> Wanneer een overtreding van deze wet of van één van de uitvoeringsbesluiten wordt vastgesteld,kunnen de agenten van de overheid bedoeld in artikel 5 van deze wet een waarschuwing richten aan de overtreder en hem aanmanen een einde te maken aan deze overtreding. Het origineel van de waarschuwing wordt verstuurd naar de overtreder binnen de vijftien dagen na de

vaststelling van de overtreding. De waarschuwing vermeldt: a) de ten laste gelegde feiten en de overtreden wettelijke bepaling(en); b) de termijn binnen dewelke een einde moet komen aan de overtreding; c) dat,ais geen gevolg gegeven wordt aan de waarschuwing,een proces-verbaal zal opgesteld worden en

overgezonden naar de procureur des Konings. (Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap

voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33,art. 16,006; Inwerkingtreding: 01-01- 2003>

Art. �- § 1. (Onverminderd de toepassing in voorkomend geval,van de strengere straffen bepaald, hetzij bij het Strafwetboek,hetzij bij artikel 231 van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 houdende coordinatie van de algemene bepalingen inzake douane en accijnzen,wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en met een geldboete van honderd frank tot honderdduizend frank of met één van die straffen alleen:) <W 1999-02-05/35,art. 25,004; Inwerkingtreding: 29-03-1999> 1° hij die een bij artikel 3,§ 1,2°,bedoeld voorwerp,stuk of aanduiding,opgelegd bij een krachtens

artikel 3 genomen besluit,namaakt of vervalst en hij die,wetens,gebruik maakt van een dergelijk nagemaakt of vervalst voorwerp,stuk of aanduiding; 2° hij die,gebruik makend van een bij artikel 3,§ 1,2°,bedoeld voorwerp,stuk of aanduiding,

opgelegd bij een krachtens artikel 3 genomen besluit,bedrog pleegt nopens de oorsprong,de hoedanigheid of de hoeveelheid van het produkt en hij die bedrieglijk gebruik maakt van een dergelijk nagemaakt of vervalst voorwerp,stuk of aanduiding; 3° hij die nalaat een merk,lood,verzegeling,label,etiket of enigerlei aanduiding aan te brengen waar

dit opgelegd is bij een krachtens artikel 3 getroffen besluit; 4° hij die,hetzij door berichten,plakbrieven of andere wijzen van aankondiging,hetzij door het

gebruik van een bij artikel 3,§ 1,2°,bedoelde voorwerp,stuk of aanduiding,veinst of valselijk beweert dat het produkt door de overheid werd gecontroleerd of erkend of zich valselijk op deze controle of erkenning beroept;

5° hij die een monster van een krachtens artikel 3 gereglementeerd produkt vervalst of doet vervalsen; 6° hij die een produkt in de handel brengt,verwerft,aanbiedt,ten verkoop tentoonstelt,in bezit houdt,

bereidt,vervoert,verkoopt,levert,afstaat,invoert,uitvoert of doorvoert,wanneer die handeling door een krachtens artikel 3 genomen besluit verboden is; 7° hij die,zonder machtiging of erkenning,een produkt in de handel brengt,verwerft,aanbiedt,ten

verkoop tentoonstelt,in bezit houdt,bereidt,vervoert,verkoopt,levert,afstaat,invoert,uitvoert of doorvoert,wanneer ingevolge een krachtens artikel 3 genomen besluit een machtiging of erkenning voor die handeling is vereist; 8° hij die zich verzet tegen bezoeken,inspecties,controles,monsternemingen of vragen naar

inlichtingen of documenten door de in artikel 5 bepaalde overheden of die,wetens,onjuiste inlichtingen of documenten verstrekt. § 2. Bij herhaling binnen drie jaar na de vorige veroordeling wegens een der misdrijven bepaald bij § 1,

kunnen de gevangenisstraffen en geldboete worden verdubbeld. De rechtbank kan daarenboven de sluiting bevelen van de inrichting van de veroordeelde voor een termijn van acht dagen tot één jaar.

§ 3. De bepalingen van boek 1 van het Strafwetboek,met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85,zijn op de in dit artikel bepaalde misdrijven van toepassing.

Art. 1. Overtreding van bepalingen van deze wet of van krachtens artikel 3 genomen besluiten die niet in artikel 6 zijn bepaald,wordt gestraft met een geldboete van één frank tot vijfentwintig frank en met gevangenisstraf van één dag tot zeven dagen of met één van die straffen alleen. Bij herhaling binnen twee jaar na de laatste veroordeling voor één van die overtredingen worden deze

gestraft met de bij artikel 6 bepaalde straffen.

Art. ,H.<W 1999-02-05/35,art. 26,004; Inwerkingtreding: 29-03-1999> § 1. Overtredingen van deze wet en van de besluiten tot uitvoering ervan kunnen het voorwerp uitmaken,hetzij van strafrechtelijke vervolgingen,hetzij van een administratieve geldboete,onverminderd de schorsing of intrekking van de voorafgaande machtiging of erkenning bedoeld bij artikel 3,§ 1,4°. De verbaliserende ambtenaar stuurt het proces-verbaal dat het misdrijf vaststelt aan de procureur des

Konings alsook een afschrift ervan aan de door de Koning aangewezen ambtenaar. § 2. De procureur des Konings beslist of hij al dan niet strafrechtelijk vervolgt. Strafvervolging sluit administratieve geldboete uit,ook wanneer de vervolging tot vrijspraak heeft

geleid. § 3. De procureur des Konings beschikt over een termijn van drie maanden,te rekenen van de dag van

de ontvangst van het proces-verbaal,om van zijn beslissing kennis te geven aan de door de Koning aangewezen ambtenaar. Ingeval de procureur des Konings van strafvervolging afziet of verzuimt binnen de gestelde termijn van

zijn beslissing kennis te geven,beslist de door de Koning aangewezen ambtenaar overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden die hij bepaalt,of wegens het misdrijf een administratieve geldboete moet worden voorgesteld,nadat de betrokkene de mogelijkheid geboden werd zijn verweermiddelen naar voor te brengen.

§ 4. De beslissing van de aangewezen ambtenaar is met redenen omkleed en bepaalt het bedrag van de administratieve geldboete die niet lager mag zijn dan de helft van het minimum van de geldboete bepaald door de overtreden wettelijke bepaling,noch hoger dan het vijfvoudige van dit minimum. Nochtans worden deze bedragen altijd vermeerderd met de opdeciemen vastgesteld voor de

strafrechtelijke geldboeten. Bovendien worden de expertisekosten ten laste gelegd van de overtreder. ln voorkomend geval kan het bedrag van de administratieve boete worden vermeerderd met het

bedrag dat overeenkomt met het economisch voordeel van de overtreding. § 5. Bij samenloop van misdrijven worden de bedragen van de administratieve geldboeten

samengevoegd,zonder dat deze samen hoger mogen zijn dan het dubbel van het maximumbedrag bedoeld in § 4. § 6. De beslissing bedoeld in § 4 van dit artikel wordt aan de betrokkene bekendgemaakt bij een ter

post aangetekende brief samen met een verzoek tot betaling van de boete binnen de door de Koning gestelde termijn. Deze kennisgeving doet de strafvordering vervallen; de betaling van de administratieve geldboete maakt een einde aan de vordering van de administratie.

§ 7. Blijft de betrokkene in gebreke om de geldboete en de expertisekosten binnen de gestelde termijn te betalen,dan vordert de ambtenaar de veroordeling tot de geldboete en de expertisekosten voor de bevoegde rechtbank. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek,inzonderheid die van het vierde deel, boek II en boek III,zijn van toepassing.

§ 8. Geen administratieve geldboete kan worden opgelegd vijf jaar na het feit dat een bij deze wet bedoeld misdrijf oplevert. De daden van onderzoek of van vervolging verricht binnen de in het eerste lid van deze paragraaf

gestelde termijn stuiten de loop ervan. Met die daden begint een nieuwe termijn van gelijke duur te lopen,zelfs ten aanzien van personen die

daarbij niet betrokken waren. § 9. De Koning bepaalt de procedureregelen die toepasselijk zijn op de administratieve geldboeten. De administratieve geldboeten worden gestort,naargelang de overtreding,op ofwel het

Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten,ofwel het Landbouwfonds,ofwel het Fonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw. § 10. De rechtspersoon,waarvan de overtreder orgaan of aangestelde is,is eveneens aansprakelijk voor

de betaling van de administratieve geldboete. (§ 11. Dit artikel is niet van toepassing op de inbreuken die zijn vastgesteld ter uitvoering van het

koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.) <KB 2001-02-22/33,art. 16,006; Inwerkingtreding: 01-01-2003>

Art. 8. (VLAAMSE GEWEST)

[1 ...]1

(l)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15,art. 81,5°,012; Inwerkingtreding: 01-01-2014>

Art. 8bis. <Ingevoegd bij W 1999-02-05/35,art. 27; Inwerkingtreding: 29-03-1999> De overheidspersonen bedoeld in artikel 6 kunnen,bij administratieve maatregel,bewarend beslag leggen op producten alsmede op productiemiddelen waarvan zij vermoeden dat zij niet beantwoorden aan de bepalingen van een krachtens deze wet genomen besluit. De duur van dit bewarend beslag mag dertig dagen niet overschrijden. Dit bewarend beslag wordt

gelicht bij beslissing van de overheidspersoon die het heeft gelegd,door het verstrijken van de termijn of door het beslag voorzien bij artikel 9. (Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap

voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <KB 2001-02-22/33,art. 16,006; Inwerkingtreding: 01-01- 2003>

Art. .2_.(Federaal) [§ 1.] De overheidspersonen bedoeld in artikel 5 mogen,in geval van overtreding,de producten [alsmede de productiemiddelen] in beslag nemen. <W 1999-02-05/35,art. 28,1°, 004;Inwerkingtreding: 29-03-1999> Wanneer de inbeslaggenomen produkten bederfelijk zijn,mogen zij,op tussenkomst van [de Minister

die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] of zijn gemachtigde en voor zover zulks verenigbaar is met de eisen van de volksgezondheid,verkocht worden of tegen betaling van een vergoeding teruggegeven worden aan de eigenaar; in dit geval mag er slechts over worden beschikt overeenkomstig de richtlijnen verstrekt door de door [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] aangewezen ambtenaren. De ontvangen som wordt op de griffie van de rechtbank gedeponeerd totdat over het misdrijf uitspraak is gedaan. Dit bedrag treedt in de plaats van de in beslag genomen produkten,zowel voor wat de verbeurdverklaring ais wat de eventuele teruggave aan de belanghebbende betreft. <KB 2007-03-01/37,art. 105,007; Inwerkingtreding: 24-03-2007> De in beslag genomen produkten worden,naar gelang van het geval,door het bestuur van registratie

en domeinen of door het bestuur van douanen en accijnzen verkocht. Wanneer de eisen van de volksgezondheid de verkoop of de teruggave van de produkten niet toegelaten

worden deze,op tussenkomst van [de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft] of zijn gemachtigde,hetzij ontaard,of verwerkt en tot een ander gebruik bestemd,hetzij vernietigd,alles op kosten van de overtreder. <KB 2007-03-01/37,art. 105,007; Inwerkingtreding: 24-03-2007>

[§ 2. De overheidspersonen bedoeld in artikel 5,mogen bij betrapping op heterdaad vissersvaartuigen naar een Belgische haven opbrengen met het doel onmiddellijk een vervolging in te stellen en,ais zulks

nodig mocht blijken,het vissersvaartuig voor rekening en op risico van de eigenaar of exploitant aan de ketting leggen. Het aan de ketting gelegd vissersvaartuig wordt onmiddellijk vrijgegeven in ruil voor het stellen,door

de eigenaar of de exploitant,van een borgtocht vastgesteld door de verbalisant. De borgtocht dient te worden betaald in handen van de verbalisant die hem in bewaring geeft bij het

registratiekantoor in welks ambtsgebied zich de bevoegde rechtbank bevindt. De zeevisserijproducten die op zee in beslag worden genomen mogen terug in zee worden gebracht op

tussenkomst van de overheidspersonen bedoeld in artikel 5.] <W 1999-02-05/35,art. 28,2°, 004;Inwerkingtreding: 29-03-1999>

[§ 3. Dit artikel is niet van toepassing op de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.] <KB 2001-02-22/33,art. 16,006; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

Art. 9. (VLAAMSE GEWEST)

[l ...]l

(l)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15,art. 81,5°,012; Inwerkingtreding: 01-01-2014>

Art. 10. Bij veroordeling kan de rechtbank altijd de verbeurdverklaring en ook de vernietiging van de in beslag genomen produkten bevelen. De verbeurdverklaring wordt steeds uitgesproken en de vernietiging wordt steeds bevolen wanneer de aard en de samenstelling van het produkt dit vergen. De vernietiging door de rechtbank bevolen,gebeurt op kosten van de veroordeelde. De rechtbank kan daarenboven bekendmaking van het vonnis bevelen in een of meer dagbladen en de

aanplakking ervan op de plaatsen en gedurende de tijd welke zij vaststelt,alles op kosten van de veroordeelde.

Art. 11. De bepalingen van de artikelen 5 tot 10 zijn van toepassing bij overtreding van de verordeningen van de Europese Economische Gemeenschap die van kracht zijn in het Rijk en materies betreffen welke op grond van deze wet tot de verordeningsbevoegdheid van de Koning behoren.

Art. 12. De Koning kan bij in Ministerraad overlegd besluit binnen het toepassingsgebied van deze wet aile vereiste maatregelen treffen ter uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit het E.E.G.­ Verdrag en de krachtens dit Verdrag tot stand gekomen internationale akten,welke maatregelen de opheffing en de wijziging van wetsbepalingen kunnen inhouden.

Art. 13. <W 1999-02-05/37,art. 2,005; Inwerkingtreding: 10-04-1999> § 1. De bepalingen van deze wet kunnen toegepast worden op de zeevisserij door Belgische vissersvaartuigen in de territoriale zee,de Belgische visserijzone en in de voile zee en door andere vissersvaartuigen in de territoriale zee en de Belgische visserijzone.

§ 2. Aileen de correctionele rechtbank van Brugge is bevoegd voor de misdrijven inzake zeevisserij.

Art. 14. § 1. Opgeheven worden: 1° de wet van 30 maart 1936 betreffende het verbieden der surrogaten van sommige zuivelprodukten; 2° de wet van 26 maart 1937 betreffende het vervaardigen en verhandelen van margarine,oleo-

margarine en toebereide voedingsvetstoffen,gewijzigd bij de wetten van 19 juni 1937 en 19 maart 1951; 3° de wet van 20 juli 1962 betreffende de handel in landbouw-,tuinbouw- en zeevisserijprodukten. § 2. De verordeningsbepalingen,getroffen krachtens voornoemde wetten,blijven van kracht tot ze

worden opgeheven of vervangen door besluiten die voor de uitvoering van deze wet worden getroffen.

Erratum Il Tekst Il Begin originele versie PUBLICATIE:

1975032821 1975-05-08Il

1

bladzijde: 0 Il

ERRATUM

1 Wijziging(en) Il Tekst Il Inhoudstafel Il originele versie

WAALSE LANDBOUWWETBOEK VAN 27-03-2014 GEPUBL. OP 05-06-2014 (GEWIJZIGD ART.: OPHEFFING)

originele versie DECREET VLAAMSE RAAD VAN 28-06-2013 GEPUBL. OP 12-09-2013

(GEWIJZIGD ART.: OPHEFFING) originele versie

DECREET WAALSE GEWEST VAN 27-06-2013 GEPUBL. OP 30-07-2013 (GEWIJZIGD ART.: 3)

originele versie DECREET VLAAMSE RAAD VAN 18-12-2009 GEPUBL. OP 30-12-2009

(GEWIJZIGDE ART.: 1; 3; 4; 5; 9) originele versie

DECREET VLAAMSE RAAD VAN 19-12-2008 GEPUBL. OP 29-12-2008 (GEWIJZIGDE ART.: 1; 3; 4; 4BIS; 5; 8; 9)

originele versie WET VAN 08-06-2008 GEPUBL. OP 16-06-2008

(GEWIJZIGD ART.: 3) originele versie

WET VAN 01-03-2007 GEPUBL. OP 14-03-2007 (GEWIJZIGDE ART.: 3; 4; 5; 9; 1; 5)

originele versie KONINKLIJK BESLUIT VAN 22-02-2001 GEPUBL. OP 28-02-2001

(GEWIJZIGDE ART.: 3; 5; 5BIS; 8; 8BIS; 9) originele versie

WET VAN 05-02-1999 GEPUBL. OP 31-03-1999 (GEWIJZIGD ART.: 13)

originele versie WET VAN 05-02-1999 GEPUBL. OP 19-03-1999

(GEWIJZIGDE ART.: 1; 3; 4; 5; 5BIS; 6; 8; 8BIS; 9) KONINKLIJK BESLUIT VAN 25-10-1995 GEPUBL. OP 01-12-1995

(GEWIJZIGD ART.: 5) WET VAN 29-12-1990 GEPUBL. OP 09-01-1991

(GEWIJZIGDE ART.: 3; 4BIS)

Begin